Hoofdstuk 26

Mijn nachtmerries kwamen minder vaak voor, hoewel ze nog steeds gebeurden; het kroop nog steeds mijn slaap binnen. De koude, metalen geur van het busje, de ruwe handen en de misselijkmakende angst die mij had gegrepen—ze waren in mijn geheugen gebrand. Wanneer ik wakker werd, hijgend, was Dimitri al...

Log in en ga verder met lezen