22.

-ZIJ-

Ik verstijfde toen ik zijn aanwezigheid voelde. Ik stond met mijn rug naar hem toe, maar ik kon zijn ogen op mij voelen, mijn huid aftastend. Het was te overweldigend.

Ik bleef stil en onbeweeglijk terwijl hij me vragen stelde in verschillende talen. Ik beantwoordde geen van zijn vragen. Ik ...

Log in en ga verder met lezen