32.

-HIJ-

“Je bent hier,” fluisterde Vader terwijl de godin de rechtszaal binnenstapte alsof ze de plaats bezat. Een glimlach speelde om haar lippen, maar haar ogen fonkelden met een woede die iedereen kon vernietigen.

“Natuurlijk ben ik dat,” Ze hief haar kin hoog terwijl ze de koning recht in de oge...

Log in en ga verder met lezen