HOOFDSTUK HONDERDEENENTWINTIG

"Ze is weg." Ik worstel om iets te zeggen terwijl hij in me stoot.

"Ik weet het," zei hij, terwijl hij op mijn oorlel beet.

Ik duwde hem weg, en hij gaf me een verbaasde blik. Ik grijnsde, duwde hem in zijn stoel. Ik was nog niet klaar. Ik plaatste beide benen aan elke kant van de stoel en duwde hem...

Log in en ga verder met lezen