Hoofdstuk Honderd en Acht

Tegen de tijd dat we het kleine hotelparkeerterrein opreden, begon de spanning die sinds de strijd in de grot zwaar over ons hing eindelijk te verminderen. Het neonsignaal flikkerde boven ons, en wierp een zacht, zoemend licht terwijl we uit de auto stapten. Ik keek naar Austin en was opgelucht te z...

Log in en ga verder met lezen