Hoofdstuk Honderd en Eenentwintig

Op het moment dat mijn laarzen de grond raakten, liep er een rilling over mijn rug.

De lucht hier was anders—dik van iets ouds, iets zwaars. Het drukte op mijn borst, drong door tot in mijn botten als een lang begraven herinnering die nooit echt vergeten was. De ruïnes om ons heen strekten zich uit...

Log in en ga verder met lezen