Hoofdstuk Honderd en Tweeënveertig

De lucht boven ons werd donkerder terwijl we ons in het bos vestigden. De zon was nog maar net ondergegaan, maar hier, in het Onbekende Rijk, leek de tijd op onnatuurlijke manieren te kronkelen. Het ene moment was de lucht diepblauw, het volgende moment strekte een paarsachtig zwart zich boven ons u...

Log in en ga verder met lezen