Hoofdstuk honderd en zevenenveertig

Ik zat in het schemerige licht van onze geïmproviseerde slaapplaats terwijl de laatste vonken van de nacht zich overgaven aan de zachte gloed van de dageraad. Elijah lag voor ons, eindelijk bezweken aan de uitputting—zijn gehavende, bewusteloze lichaam werd zorgvuldig ondersteund door Alex en Austin...

Log in en ga verder met lezen