Hoofdstuk Honderd en Achtenzestig

De hal was stil, op het knetteren van de fakkels langs de stenen muren na. Wolven, heksen en ouderen vulden elke hoek van de kamer, hun blikken zwaar van verwachting. De zwaarte van wat we op het punt stonden te doen hing boven ons als een onweerswolk.

Ik stond aan het hoofd van de kamer, mijn metg...

Log in en ga verder met lezen