Hoofdstuk dertig voor

De maan hing hoog aan de hemel, een stralende bol die zijn zilveren gloed over de verzamelde roedel wierp. Het licht verlichtte elk gezicht in de menigte, glinsterend op het zachte geritsel van bladeren en de warmte van het kampvuur dat knetterde in het hart van de open plek. Het ritmische tromgerof...

Log in en ga verder met lezen