Hoofdstuk eenenveertig

Een kuil werd gegraven aan de rand van de open plek, diep genoeg om de monsterlijke resten te herbergen. Terwijl de heksen van de Umbrale Genootschap zachtjes zongen, straalden hun toverstokken een zwak licht uit en werden de lichamen zorgvuldig verbrand. De vlammen laaiden op, helder en fel, en ver...

Log in en ga verder met lezen