Hoofdstuk vierenveertig

Er was een week verstreken, maar het verdriet hing nog steeds als een zware sluier om me heen. Ik dacht constant aan Mariah—haar lach, haar warmte, haar kracht. Elke herinnering voelde als een dolk die in mijn hart draaide, en hoewel ik probeerde sterk te blijven, kwamen de tranen op de meest onverw...

Log in en ga verder met lezen