Hoofdstuk Vierenvijftig

De arena was enorm, een uitgestrekt open terrein omgeven door hoge stenen muren die zachtjes met magie trilden. De ochtendzon piepte nauwelijks door de wolken, wat een gedempt licht over de scène wierp. Ik stond ongemakkelijk in het midden, de ongelijke textuur van de aarde onder mijn blote voeten m...

Log in en ga verder met lezen