37. De prins.

De donkere gangen verstikten hem - als er iets was dat de jongeman wilde, was het wel wegkomen uit de plek waar hij als gevangene werd vastgehouden. De plek die hij gedwongen was thuis te noemen, was niets meer dan een kooi voor de jonge man. Hij liep met gemak door de gangen, zelfs met zijn ogen di...

Log in en ga verder met lezen