246. TE DONKER, TE MOOI

Kirill zat onderuitgezakt op de bank, met een ijszak tegen zijn slaap gedrukt alsof hij een schotwond behandelde in plaats van een kater van beslissingen.

“Ik kan niet denken. Ik kan verdomme niet nadenken.”

“Ga dan naar huis en denk daar,” zei Zaley, kalm als altijd. “Beslis daar. Niet hier.”

“Maar...

Log in en ga verder met lezen