Boek 2, hoofdstuk 28

Heidi

Ik knipperde met mijn ogen, probeerde die gedachte van me af te schudden en te ontdekken waar we waren. Ik herkende niets van waar we naartoe gingen, hoewel ik mijn partner vertrouwde. We waren al uren onderweg, maar ik wist niet hoe lang precies. We gingen naar het westen, de staatsgrens over...

Log in en ga verder met lezen