Hoofdstuk 86

Kaiden

Ik had het zo heet dat ik het niet kon verdragen, maar ik kon niet wakker worden. Ik was omringd door een cirkel van vlammen, voor de zonden die ik had begaan tegen de onschuldigen, en de Gehoornde zelf was mijn cipier. Hij leek op een jonge man, maar met vlammende ogen en een angstaanjagend ...

Log in en ga verder met lezen