Hoofdstuk 184

De wanhoop in zijn stem overvalt me. Gelukkig zat ik al, want ik had zeker niet zo'n verwarrende reactie verwacht. Ik sta op van mijn stoel en loop naar hem toe. Hij is gestopt met ijsberen voor het grote raam aan de achterwand van mijn kantoor. Hij stelt de jaloezieën bij zodat hij naar buiten kan ...

Log in en ga verder met lezen