Hoofdstuk 147

Ik verstijfde midden in een hap, het brood bungelend tragisch uit mijn mond alsof ik een uitgehongerd eekhoorntje was.

Mijn ogen schoten open. En daar stond hij.

Michael. O’Hare. In al zijn perfect op maat gemaakte, zelfvoldane glorie. Staande in de gang van het Gregory landhuis alsof hij de eigen...

Log in en ga verder met lezen