Hoofdstuk 69

Ik stapte stilletjes het huis uit, als een dief, met voorzichtige, berekende stappen. De houten deur kraakte zachtjes achter me, en ik stopte, mijn oren gespannen. Geen geschuifel. Geen lichtflikkeringen. Mijn ouders sliepen nog. Goed.

Ik sloop naar de veranda, en liet de nacht zich om me heen wikk...

Log in en ga verder met lezen