Hoofdstuk 156

Aiden

De ochtendzon was wreed.

Het scheen door de jaloezieën, sneed over de lakens die om onze benen verstrengeld waren, en raakte de donkerpaarse plekken op Noah's keel—de plekken die ik er uren geleden had achtergelaten. Zijn adem streek langs mijn borst, langzaam en ongelijkmatig, zijn hand...

Log in en ga verder met lezen