Hoofdstuk 181

Noah

Ik vertrok voor zonsopgang.

De lucht was nog steeds het diepe blauw van de vroege ochtend, de straatlantaarns zoemden zachtjes, de wereld half slapend. Ik bewoog stil maar snel terwijl ik het zijdeur uitglipte en de garage in ging. Het laatste wat een van ons nodig had, was dat iemand mij...

Log in en ga verder met lezen