Hoofdstuk 191

Noah

“Ik heb alles tegen je.” Mijn bloed stolde bij het geluid van zijn lach.

Hij boog zich dicht naar me toe, zijn adem warm tegen mijn wang, zijn glimlach als een mes dat langzaam en diep in mijn huid sneed.

Ik klemde mijn kaken op elkaar. “Wat kun je nu nog tegen me doen? Je hebt ons al ont...

Log in en ga verder met lezen