Hoofdstuk Honderd drieënveertig

Adrik

Toen we landden, dacht ik terug aan de eerste keer dat ik 's ochtends vertrok zonder haar wakker te maken. Ze was zo opgewonden om me die avond te zien. Ik glimlachte in mezelf, denkend aan die nacht. De eerste nacht dat ze zich volledig aan mij had gegeven. Ik kon nog steeds niet genoeg ...

Log in en ga verder met lezen