Hoofdstuk 228

Een uur later zaten Logan en ik in Dylans kantoor. Dylan zat aan zijn bureau, krabbelend op een notitieblok. Mabel leunde tegen de muur bij het raam en wreef over haar voorhoofd alsof ze een opkomende hoofdpijn had.

“Dus je vermoedt dat ze het misdrijf niet echt heeft gepleegd,” zei Dylan.

“Een milj...

Log in en ga verder met lezen