Hoofdstuk 184

Omdat verdomme hem. Verdomme zijn stomme, zielvolle ogen en zijn stomme, stomme stem die me deed geloven in hem, zelfs wanneer mijn brein schreeuwde dat hij een leugenaar was.

Ik draaide me weer naar het aanrecht, druk bezig met de groenten. Alles om niet te verdrinken in zijn blik. "Je bent zielig...

Log in en ga verder met lezen