Hoofdstuk 122 Gered

De andere wilden, die mij zagen als een soort Magere Hein, waren doodsbang.

Ze verstijfden, vielen met een dreun op hun knieën en vouwden hun handen samen alsof ze om genade smeekten.

Dit was de zwakken die zich bogen voor de sterken!

Maar ik was niet in de stemming om genade te tonen. Ik deelde ...

Log in en ga verder met lezen