Hoofdstuk 158

Draven

Ik zat roerloos in de heilige kamer, Thalia's levenloze lichaam tegen mijn borst gedrukt. Haar huid was koud geworden, haar gezicht vredig in de omhelzing van de dood, maar de aanblik van haar stille gestalte voelde als een mes dat in mijn hart draaide.

"Mijn lief," fluisterde ik, mijn stem...

Log in en ga verder met lezen