HOOFDSTUK 232

ZION

We reden de campus parkeerplaats op als een verdomde stoet.

Ro, Harry en Clark flankeerden ons alsof we vijandelijk gebied betraden—omdat we niet wisten wie de vijand was.

Mijn hand was verstrengeld met die van Winter, mijn duim streek af en toe over de rug van haar hand, gewoon om haar—...

Log in en ga verder met lezen