HOOFDSTUK 250

DAMIEN

HEDEN

Hij leunde dichterbij, het licht ving in zijn ogen.

"Je hield van hem, maar hij was een nutteloze klootzak. Ongeduldig. Onvoorzichtig. Hij zou het hele plan verpesten als je hem liet blijven. De man was een verdomde last."

Ik ontblootte mijn tanden, klauwen rakend aan de luc...

Log in en ga verder met lezen