HOOFDSTUK 261

ZION

Ze kwam.

Haar lichaam schokte tegen het mijne, adem rochelend en ongelijk, en ze stikte mijn naam uit alsof het een gebed was, uit haar ziel gerukt.

Haar hoofd schoot naar voren, tanden schrapend over mijn schouder in een perfecte, dierlijke, waanzinnige beet die vonken door mijn aderen ...

Log in en ga verder met lezen