Hoofdstuk 80: Penny

Wanneer ik Mila vind, straalt ze bijna. Haar rug leunt tegen de muur, haar handen draaien een losse haarlok rond, en ze lacht alsof ze in een van die flauwe romantische komedies zit die ze me altijd laat kijken. De jongen voor haar is lang. Echt heel lang. Zo lang dat Mila—Mila, die nooit zenuwachti...

Log in en ga verder met lezen