48

Ik liep het kantoor binnen met opgeheven hoofd, hopend dat het de woedende storm in mij zou verbergen. Er waren fluisteringen terwijl mensen naar me staarden en een minuut lang wilde ik weten waarover ze fluisterden, ik wilde weten waarom de blikken, maar ik kon het niet vragen, ik vroeg het niet. D...

Log in en ga verder met lezen