148

Loco zat alleen op de rand van de kliffen, zijn benen bungelend over de afgrond terwijl hij steentjes in de wind gooide. De lucht was fris en droeg de geur van dennen en verse aarde met zich mee. Dit was vroeger zijn favoriete plek om na te denken—nu weerklonk het alleen maar.

Hij hoorde geen voets...

Log in en ga verder met lezen