Hoofdstuk 6

Mijn leven is één grote, wazige leegte.

Ik werd wakker door het zachte gezoem van mijn plafondventilator, mijn hoofd bonkte alsof iemand het als een boksbal had gebruikt. Ik lag in mijn bed—mijn bed—verstrikt in dezelfde versleten lakens die ik te lui was geweest om te wassen. Mijn mond smaakte n...

Log in en ga verder met lezen