Hoofdstuk 22

"Ze neemt mijn adem weg. Zodra mijn hongerige ogen op haar gezicht vallen, voel ik mijn ziel naar haar reiken. Mijn wolf is wanhopig om bij haar te komen. Ze is van mij. We hebben haar gevonden. Nu moeten iedereen die te dicht bij haar staat sterven. Beginnend met de schurftige wolf die zijn handen ...

Log in en ga verder met lezen