Hoofdstuk 268

Ik word wakker met een schok, adem stokt in mijn keel, hart bonst als een oorlogstrommel. Mijn vingers gloeien weer - vonken dansen van mijn handpalm naar mijn pols in knetterende paarse flitsen, wild en flikkerend alsof ze proberen te ontsnappen. De restanten van de kracht kruipen onder mijn huid, ...

Log in en ga verder met lezen