Hoofdstuk 293

De troonzaal is uit één massieve donkere steen gehouwen, het plafond verloren in de schaduw, de muren dooraderd met gloeiend blauw kristal als bevroren bliksem. Het voelt niet als een kamer. Het voelt als het hart van iets enorms en levends.

Wake en Axel leiden me naar binnen, hun schouders recht, ...

Log in en ga verder met lezen