Hoofdstuk 30

Het strand strekt zich voor me uit, een eindeloze uitgestrektheid van donkere zand die de ontembare zee ontmoet. De lucht is diep en fluweelachtig zwart, bezaaid met sterren die flikkeren als verre herinneringen. Ik haal diep adem, vul mijn longen met de zoute geur van de oceaanlucht.

Ik sluit mijn...

Log in en ga verder met lezen