30. Mijn God, we hebben haar gevonden.

Balthazar

Snel klinkende voetstappen weergalmden door de lange, somber uitziende gang. Een klein mannetje, rond de zestig jaar oud, verscheen om de hoek. Zijn ogen waren op de vloer gericht, zijn ademhaling was oppervlakkig, en hij hield een stapel papieren stevig tegen zijn borst gedrukt. Hij ...

Log in en ga verder met lezen