Hoofdstuk Vierhonderdtweeënzestig

POLLY

Een wolf.

Een grote, krachtige, 'ik leef in het bos' wolf staat op nog geen twee meter afstand van waar ik rillend in de regen sta.

Het meisje aan mijn voeten snikt, kijkt omhoog alsof ze me voor het eerst opmerkt, en dan schudt een hartverscheurende snik uit haar keel, haar ogen smek...

Log in en ga verder met lezen