Hoofdstuk Achtenzestig

DRAVEN

Deze keer kan ik de pijn niet uit mijn stem houden. "Wat zei je?" Terwijl ik hem aanstaar, voel ik een soort scheiding. Alsof er een fantoompijn is in de ruimte tussen ons. Het vocht in mijn ogen wordt zwaarder en ik moet mijn keel sluiten om niet te huilen. Ik ruik hem, de geur van denn...

Log in en ga verder met lezen