124

Ik opende mijn ogen, verward en moe.

De hoge boomkruinen verhinderden dat de zonnestralen doorfilterden en de grond bereikten, waardoor wij verlicht werden. Het landschap was wit, en kleine sneeuwvlokken vielen op ons, bevochtigden mijn wimpers en haar, en bevroren ze.

De geur van eik overheerste ...

Log in en ga verder met lezen