Hoofdstuk Tweehonderdnegenentwintig.

"Ik was eerst bang om te gaan... maar ze waren zo lief..." fluisterde Meera in haar telefoon, opgerold bij het raam in de kamer.

Het maanlicht scheen door de dunne gordijnen en wierp een zachte zilveren gloed over haar gezicht.

"Aww, wat een lieve familie!" Jiya's stem klonk opgewonden aan de ande...

Log in en ga verder met lezen