Hoofdstuk Tweehonderdnegenenzestig.

Meera fronste haar wenkbrauwen in verwarring.

Dat was vreemd.

Waarom zou iemand kloppen? Het zou haar moeder moeten zijn, of misschien Ami of Jiya die op het laatste moment binnenstormden met plagerijen en gegiechel.

Niemand klopte.

Nog steeds glimlachend liep ze naar de deur en opende die, alle...

Log in en ga verder met lezen