Hoofdstuk eenenzestig

Ik had net de voorkant van het kinderdagverblijf bereikt toen ik iemand mijn naam hoorde roepen.

"Luna!"

Ik draaide me om en zag dat de dame van gisteren naar me toe liep met een grote glimlach op haar gezicht.

"Goedemorgen, Luna!" begroette ze me.

"Goedemorgen, ehm..." Ik kon me haar naam niet ...

Log in en ga verder met lezen