Hoofdstuk 12-- Broeders

Ik kroop dichter tegen de warmte aan die me tegen de kou beschermde. Toen ik langzaam mijn ogen opende, realiseerde ik me dat ik in Deans armen lag.

"Wat is er aan de hand?" mompelde ik.

"Niets, Kleine Wolf. Je bent thuis."

Waar zou dat kunnen zijn?

"Dean?" mompelde ik.

Het geluid van een deur die o...

Log in en ga verder met lezen