Hoofdstuk 247

Toen ik het kantoorgebouw verliet, begroette de frisse avondlucht me, met de geur van regen en verre verkeersgeluiden. Netjes geparkeerd bij de stoep stond Timothy, leunend tegen zijn auto, zijn silhouet omlijnd tegen het vervagende daglicht. Hij keek op toen ik naderde, een kleine glimlach op zijn ...

Log in en ga verder met lezen