Hoofdstuk 72

Hij draaide zich naar me toe, zijn hazelnootbruine ogen schitterend van een mengeling van vermoeidheid en opwinding. "Evie!" begroette hij me, zijn stem warm en oprecht. Toen hij dichterbij kwam, leken zijn brede schouders de ruimte tussen ons te vullen. "Ik kan niet geloven dat je bent komen kijken...

Log in en ga verder met lezen