Hoofdstuk 330

De nacht viel in als een zware kater.

In een schimmig, half-afgebouwd gebouw zat Elizabeth vastgebonden aan een stoel. Ze opende haar ogen en zag een verlaten landschap onder zich, haar stoel hing half over de rand.

Ze probeerde te schreeuwen, maar haar mond was stevig dichtgetapet.

Elizabeth kee...

Log in en ga verder met lezen